Iedere AED die op de markt komt heeft een bepaalde IP-waarde, IP staat hierbij voor ‘International Protection’. De IP-waarde bestaat uit twee cijfers voor het aangeven van de stof- en waterdichtheid. Het eerste getal bestaat uit de mate van bescherming tegen stof en het tweede getal bestaat uit bescherming van de AED tegen water. Het eerste kengetal, dat voor stofdichtheid, loopt op een schaal van 0 t/m 6 en het tweede getal, dat voor waterdichtheid van 0 t/m 8. Het is van de situatie en locatie van opbergen afhankelijk wat de minimaal gewenste IP-waarde is.
1e Kengetal (stof) | 2e Kengetal (water) |
---|---|
IP0x Niet beschermd | IPx0 Niet beschermd |
IP1x Beschermd tegen vaste voorwerpen groter dan 50 mm | IPx1 Druipwaterdicht |
IP2x Beschermd tegen vaste voorwerpen groter dan 12 mm | IPx2 Beschermd tegen druppelend water |
IP3x Beschermd tegen vaste voorwerpen groter dan 2,5 mm | IPx3 Regenwaterdicht |
IP4x Beschermd tegen vaste voorwerpen groter dan 1 mm | IPx4 Spatwaterdicht |
IP5x Beschermd tegen stof/Stofvrij | IPx5 Spuitwaterdicht |
IP6x Stofdicht | IPx6 Beschermd tegen stortbuien |
IPx7 Waterdicht | |
IPx8 Drukwaterdicht |
De twee kengetallen kunnen met elkaar gecombineerd worden tot een IP-waarde. Wanneer één van de twee waarden niet getest is, wordt het gecombineerd met een X.
De hoogste IP-waarden voor AED-apparaten zijn IP-55 en IP-56, waarvan IP-55 de meest voorkomende is. Deze AED’s zijn stofvrij en spuitwaterdicht, waardoor de defibrillatoren ook bij een inzet in de (stort)regen gebruikt kunnen worden. Een lagere IP-waarde maakt de AED niet gelijk ongeschikt, dit betekent alleen dat deze in minder situaties veilig te gebruiken is. Als de AED bijvoorbeeld voor gebruik buiten of in een industriële omgeving is, is de IP-waarde een belangrijk gegeven om rekening mee te houden.